zondag 8 december 2013

Erik of het klein insectenboek


Erik of het klein insectenboek
Auteur:                      Godfried Bomans
Titel:                          Erik of het klein insectenboek
Jaar van uitgifte:      2013
Aantal pagina’s:        129
Uitgeverij:                 Nederland Leest


Introductie
Dit is een boekverslag van het boek Erik of het klein insectenboek, geschreven door Godfried Bomans in 1940.
Dit verslag zal zijn opgebouwd uit een kleine biografie van Godfried Bomans, die een rijke boekenkast heeft opgebouwd, doch weinig erkenning blijkt gekregen te hebben gedurende zijn leven.
Dan zal een lofrede volgen, zoals Midas Dekkers die al schreef voor de 57e druk van het boek.
Dit boekverslag zal worden afgesloten met een keuzeopdracht, ik he gekozen om een extra hoofdstuk te schrijven voor het boek waarin Erik een dier helpt dat nog niet is voorgekomen in het boek. 


De auteur
Godfried Bomans werd geboren op 2 maart 1913 in Den Haag. Zijn volledige naam was Godfried Jan Arnold Bomans, naar zijn peetoom Godefridus Frits Keunen en vader Johannes Bernardus Bomans.
Van zijn ouders hoefde Bomans niet al te veel warmte te verwachten, doch een strenge en –zoals hij zelf zei- ‘Spartaanse’ opvoeding. Zelf heeft hij dat nooit erg gevonden, ook niet later in zijn leven, hij beaamde zelfs dat het een groot voordeel had. Er zat echter ook een aanzienlijk nadeel aan, want zoals Bomans toen hij volwassen was zelf schreef: "Het voordeel van een Spartaanse en gevoelsarme opvoeding is dat alles later meevalt en steeds feestelijker wordt, maar het nadeel is ook niet mis. Je houdt je hele leven de trekken van een jongetje dat lief gevonden wil worden".

In zijn tijd op de middelbare school was Bomans al geïnteresseerd in literatuur en was redacteur van verscheidene schoolkranten en schreef later ook stukken voor literaire tijdschriften en kranten. Zijn debuutroman bleef echter uit tot Bomans tijd als student.

In 1933 verhuist Bomans van Haarlem naar Amsterdam om daar rechten te gaan studeren. Drie jaar later verschijnt zijn erkende literaire debuut: De memoires of gedenkschriften van Mr. P. Bas. Dit boek bevatte duidelijke invloeden van Charles Dickens en Hildebrand. Het is echter vooral die eerste in wie Bomans gedurende een lange periode geïnteresseerd was en van wie vaker invloeden zijn terug te vinden in zijn boeken. Vele verwachtte indertijd zelfs een biografie van de Engelse schrijver door Bomans, maar deze bleef uit tot. Dat dit tot verbazing leidde was niet gek, aangezien Bomans een hoofdrol speelde bij de vertaling van Dickens complete werk naar het Nederlands.

Al was het niet het eerste boek dat Bomans schreef,  het Kolderdrama Bloed en liefde was wel het eerste stuk wat hij schreef. In 1932 schreef hij dit stuk, al zou het pas vijf jaar later worden uitgegeven. Het is een aanzet tot de karakteristieke ‘Bomansiaanse humor’, die met ironie en komisch aandoende archaïsmen bestaande genres als sprookje, melodrama, biografie en detectiveverhaal parodieert. Nu nog steeds wordt het stuk regelmatig opgevoerd door amateurtoneelgezelschappen en is het populair.

Bomans heeft zijn studie rechten nooit helemaal afgemaakt; hij vond het leven en de studie in Amsterdam niet bevallen. In 1939 verlaat hij Amsterdam voor de katholieke stad Nijmegen, waar hij wijsbegeerte en psychologie gaat studeren. Hier voelt hij zich veel beter thuis, aangezien hij –zoals vele in die tijd- katholiek is opgevoed.
Hij schrijft zijn meest succesvolle boek en ontmoet zijn echtgenote, Gertrud Maria Verscheure. Het boek –Erik of het klein insectenboek- had na een jaar (1941) al negen herdrukken gekend. Nog steeds wordt het gelezen, ondertussen alweer in de 57e druk. Ook de studie wijsbegeerte en psychologie maakt hij echter niet af, omdat de universiteit sloot door de Duitse bezetting. Hierna verhuisde Bomans terug naar de stad van zijn jeugd, Haarlem. De studie in Nijmegen lijkt echter wel indruk te hebben gemaakt op Bomans, want hij was later goed in korte, trefzekere stukjes tekst. Hij relativeerde zo’n beetje alles. Enkele citaten:
·     
“Iemand die zegt dat hij ook betrouwbare Chinezen kent en dat er in sommige negers heus wel iets aardigs steekt, maakt zich aan rassendiscriminatie schuldig, net als iemand die royaal beweert dat er ook goede joden zijn als een antisemiet door de mand valt. Hij velt een vonnis, niet door wat hij zegt maar door wat hij verzwijgt. Hij meldt de uitzondering en suggereert de regel.”
·      “Wilt u iemand kwaad zien worden, beaam dan zijn mening als hij iets ongunstigs zegt over zichzelf.”
·      “De grootste ziekte van onze beschaving is de mening dat zij ziek is.”


Al wordt Godfried Bomans tegenwoordig volop geprezen, tijdens zijn leven kreeg hij niet veel erkenning. Veel letterkundigen vonden (en vinden nog steeds) dat hij oppervlakkig schreef en dat zijn personages te veel type zijn. Zo was hij populair maar werd hij niet erkend als literaire schrijver. Simon Carmiggelt zei eens: "Bomans is een groot schrijver, maar je mag het alleen niet hardop zeggen", wat denk ik het beeld goed weergeeft dat velen van hem hadden.
Zo stierf Godfried Bomans op 22 december 1971 in Bloemendaal op 58-jarige leeftijd zonder al te veel waardering te hebben gekregen aan de gevolgen van een hartaanval.

Bronnen:


Lofrede
Toen wij dit boek overhandigd kregen in de klas vond ik het eerlijk gezegd vrij kinderachtig. Ik had de film gezien en vond het verhaal meer voor een boek dat je voorleest als ouder voor het slapengaan. Maar dit veranderde al snel.
Al lijkt het verhaal als je het in grote lijnen bekijkt inderdaad kinderachtig, Godfried Bomans schrijft met zoveel vernuft en kunde dat het boek je vastgrijpt als een bloedstollende thriller. Niet om de spanning of de angst, maar om de humor en puur de lol in het lezen. Ieder alinea weer laat je lachen.
Na twee bladzijden wennen aan Bomans zijn schrijfstijl laat je het boekje nooit meer thuis totdat je het uithebt, en daar ligt voor mij het grootste nadeel; het is veel te snel uit. Zodra je eenmaal gevat ben door Erik in zijn kleine insectenwereldje heb je het zomaar in een middag uit, en heb je spijt dat je zo snel gelezen hebt.
De manier waarop Bomans omgaat met de gang van zaken in de natuur is geweldig. Je zou bijna hopen dat er geen wetenschap was, zodat je kon geloven dat de diertjes onder je voeten en in je tuin echt zo’n samenleving hebben. En dat je op een dag misschien, net als Erik, daar deel van uit mag maken. Wandelend tussen het gras of eroverheen vliegend op de rug van een wesp of vlinder.
Godfried Bomans heeft met dit boekje een plaats tussen mijn favorieten gewonnen, en ik hoop dat Erik of het klein insectenboek nog lang gelezen zal worden.



Keuzeopdracht
Ik heb ervoor gekozen opdracht C te maken, dus een extra hoofdstuk schrijven voor het boek.


De hommel
Toen Erik weer eens moedeloos door het landschap liep, en hij dacht dat hij reeds in de open lucht zou moeten slapen, kwam hij een hommel tegen. Het diertje was druk bezig allerlei klein gruis van de grond te verzamelen, maar leek problemen te hebben overeind te blijven.
‘Zou ik u misschien van hulp kunnen zijn’, vroeg Erik, die wist dat dit de beste kans op een slaapplaats zou zijn.
‘Wat ontzettend aardig van u, jongeman’, antwoordde de hommel, die overigens een vrouw bleek te zijn. ‘Als u mij zou willen helpen om mijn tas recht te zetten, deze hangt al geruime tijd naar één kant, ziet u, en dat brengt mij uit mijn evenwicht’.
‘Maar natuurlijk’, zei Erik, die ondertussen aan het bekijken was hoe hij dat ging klaarspelen zonder zich te bezeren aan de angel van mevrouw. Na lang onhandig trekken en duwen tegen de tas zat deze dan toch weer recht op de rug. Erik ontdekte namelijk dat mevrouw hommel zeer lomp was, doch erg aardig en welgemanierd. Tegen de tijd dat de tas weer goed zat, was hij zelfs al uitgenodigd voor het eten, want mevrouw hommel vond het maar zielig dat hij geen thuis had op deze koude nacht.

Eenmaal aangekomen bij haar huis na een koude vlucht  zette mevrouw haar vleugels en angel in een bak en ging direct aan de gang met het herstellen van de vloer, die –zo zag Erik- ernstig aangetast was. ‘Zo nu en dan komt er eens een rups die door de vloer heen kauwt’, verklaarde mevrouw hommel de schade. ‘Maar geen zorgen, dat gebeurt nooit in de avond’, verzekerde ze Erik na zijn geschokte blik te hebben gezien.
‘Maar goed, ik zal maar beginnen met koken. Mijn man komt zo thuis en die wil altijd meteen eten’, vertelde ze.
‘Als ik u nog ergens mee kan helpen, hoeft u het maar te zeggen’, zei Erik, die niet goed wist waar hij zich moest deponeren, aangezien hij nergens een stoel of bank zag.
‘Erg aardig van u, maar dat zal niet nodig zijn’, antwoordde mevrouw hommel. ‘Ik maak slechts iets eenvoudigs’.
‘Uiteraard’, verzekerde Erik haar, die ondertussen steeds beter werd in dit soort situaties.

Toen het eten eenmaal opstond, besloot mevrouw hommel om Erik eens te vragen over zijn soort. Ze vond het maar raar dat hij geen angel en vleugels had om inde bak te zetten en klonk bijna verontwaardigd. Erik verzekerde echter dat hij zijn vleugeltjes altijd bij zich had maar dat die netjes opgevouwen onder zijn kleding zaten en dat zijn angel was afgebroken na een gevecht met een wesp.

Na een heerlijk maal en een goede nachtrust was het weer tijd om te gaan voor Erik en zo vertrok hij, verder op zijn zoektocht naar de wand van het schilderij. 

Vertaling 'Bagagedrager - Gers Pardoel'


Dit is mijn vertaling van het nummer Bagagedrager door Gers Pardoel. 

Back of my bike 
Hop on on the back of me,
On the back of my bike, 

And I don't know yet where we're going but there won't be anything alike

Hop on on the back of me, then we’re be together gone, 

And I don't yet know where we're heading but it is okay as long as we ain't wrong.

 
I don't know you yet but you look like Barbie,


And that may be caused by those 5 Bacardi, 


But I think that it is your lovely face,


And your lovely and o big-ass ass

,
And I hope that you fit on my luggage rack,


Cuz I  have a new bike,
I am a real big Jack,


And I did that trend, hit that trend

,
Hop on on my bike then we go home together,


On the go I told you what you wanted to hear

,
You stayed at the bar and you wanted a beer

,
Fell for you eyes and sexy style,


You look like the Gerssie smile, 


And the next morning it wasn't  true 

that chick was gone and screw me through, 


And while we banged in a way I liked

,
In the end she had stolen my bike


.

Hop on on the back of me,
On the back of my bike, 

And I don't know yet where we're going but there won't be anything alike,

Hop on on the back of me, then we're together gone, 

And I don't yet know where we're heading but it is okay as long as we ain't wrong.

I don’t have a clue why, but you look like Nikki,


But I think it’s because of those 7 whisky, 


Your clothes are pink and blue, so sexy,


And hips look so curvy and that too tight skinny, 


Maybe there is somewhere we can go to, hé,


Perhaps to a place very far away,


To Paris, or Rome or any other place,


Or otherwise just like E.T. all way to space,


On the go I tell you things you don’t want to hear, 


Some thoughts I had in the past that you can’t bear, 


Now I’m sincere and want the best for you, 


The definition of the best you won’t find in a zoo,


As long as I can be with you, I don’t care about the rest,


They were fake and wanted to break my chest, 


And you just fit on the back of my bike, 


And that isn’t a sike

.

Hop on on the back of me,
On the back of my bike
,
And I don't know yet where we're going but there won't be anything alike,

Hop on on the back of me, then we're together gone,

And I don't yet know where we're heading but it is okay as long as we ain't wrong
.

maandag 2 december 2013

Edward Thomas
Rain
Rain, midnight rain, nothing but the wild rain
On this bleak hut, and solitude, and me
Remembering again that I shall die
And neither hear the rain nor give it thanks
For washing me cleaner than I have been
Since I was born into this solitude.
Blessed are the dead that the rain rains upon:
But here I pray that none whom once I loved
Is dying tonight or lying still awake
Solitary, listening to the rain,
Either in pain or thus in sympathy
Helpless among the living and the dead,
Like a cold water among broken reeds,
Myriads of broken reeds all still and stiff,
Like me who have no love which this wild rain
Has not dissolved except the love of death,
If love it be for what is perfect and
Cannot, the tempest tells me, disappoint.




Edward Thomas
Regen
Regen, regen om middernacht, niks dan gure regen
Op deze sombere hut, en eenzaamheid, en mij
Wetende dat ik zal sterven
En de regen niet zal horen noch danken
Voor mij schoner wassen dan ik ooit geweest ben
Sinds ik geboren ben in deze eenzaamheid
Gezegend zijn de doden waarop de regen regent:
Maar hier bid ik dat niemand die ik ooit liefhad
Vannacht sterft of wakker ligt
Eenzaam, luisterend naar de regen
Of in pijn of in sympathie
Hopeloos tussen de levende en de dode
Zoals koud water tussen gebroken riet
Myriaden van gebroken riet allemaal stil en stijf
Als ik die geen liefde heeft die deze wilde regen
Niet heeft opgelost behalve de liefde van de dood
Als liefde het is voor wat perfect is en
Kan niet, zo zegt de storm, teleurstellen.