maandag 2 december 2013

Edward Thomas
Rain
Rain, midnight rain, nothing but the wild rain
On this bleak hut, and solitude, and me
Remembering again that I shall die
And neither hear the rain nor give it thanks
For washing me cleaner than I have been
Since I was born into this solitude.
Blessed are the dead that the rain rains upon:
But here I pray that none whom once I loved
Is dying tonight or lying still awake
Solitary, listening to the rain,
Either in pain or thus in sympathy
Helpless among the living and the dead,
Like a cold water among broken reeds,
Myriads of broken reeds all still and stiff,
Like me who have no love which this wild rain
Has not dissolved except the love of death,
If love it be for what is perfect and
Cannot, the tempest tells me, disappoint.




Edward Thomas
Regen
Regen, regen om middernacht, niks dan gure regen
Op deze sombere hut, en eenzaamheid, en mij
Wetende dat ik zal sterven
En de regen niet zal horen noch danken
Voor mij schoner wassen dan ik ooit geweest ben
Sinds ik geboren ben in deze eenzaamheid
Gezegend zijn de doden waarop de regen regent:
Maar hier bid ik dat niemand die ik ooit liefhad
Vannacht sterft of wakker ligt
Eenzaam, luisterend naar de regen
Of in pijn of in sympathie
Hopeloos tussen de levende en de dode
Zoals koud water tussen gebroken riet
Myriaden van gebroken riet allemaal stil en stijf
Als ik die geen liefde heeft die deze wilde regen
Niet heeft opgelost behalve de liefde van de dood
Als liefde het is voor wat perfect is en
Kan niet, zo zegt de storm, teleurstellen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten