zondag 6 april 2014

Literatuuropdracht

Empathisch vermogen
Empathisch vermogen: het empathisch vermogen houd in dat Empathie is een ander woord voor inlevingsvermogen, de kunde of vaardigheid om je in te leven in de gevoelens van anderen. Het woord empathie is afgeleid van het Griekse woord μπάθεια (empatheia), of invoelen.
Het zichzelf kunnen verplaatsen in anderen draagt bij tot het kunnen begrijpen van emoties van anderen en tot de communicatie met je medemens. Zonder empathie praat je langs elkaar heen of ontstaan er meningsverschillen. Empathie steunt ook op een goed 'lezen' of verstaan van verbale en non-verbale communicatieboodschappen van anderen.
Empathie is niet hetzelfde als altruïsme. Empathie is een gevoel of beleving die automatisch wordt opgeroepen, en kan een voedingsbodem zijn voor altruïstisch gedrag, zoals het bieden van een helpende hand. Maar altruïsme blijft een kwestie van een keuzeproces
Volgens onderzoek dat gepubliceerd is in het Amerikaanse wetenschappelijke tijdschrift Science wordt dit vermogen onder andere vergroot door het lezen van literatuur. Er is een vergelijking gemaakt tussen mensen die literaire fictie lazen en mensen die populaire fictie lazen. Het bleek dat mensen die literatuur lezen beter gezichtsuitdrukkingen konden herkennen. Eén van de oorzaken zou zijn dat in literatuur geslaagde karakters zijn beschreven.
Ook andere onderzoeken leidden naar dezelfde conclusie, het blijft echter onduidelijk of deze effecten ook op de lange termijn van toepassing zijn.


Brief aan schooldirectie
Geachte schooldirectie,
Ik schrijf u omdat ik iets wil melden over de gang van zaken betreffende literatuur op school. Het zal veel mede leerlingen niet verbazen als ik zeg dat er te weinig aandacht wordt besteed aan literatuur op dit moment. Er worden nu maximaal drie boeken per jaar gelezen, wat denk ik te weinig is.
Literaire boeken helpen kinderen vocabulaire te ontwikkelen, maar ook gevoel voor taal en kennis van cultuur en samenleving. Bovendien heeft onderzoek uitgewezen dat literatuur bijdraagt aan het empathisch vermogen van een mens.
Zodoende denk ik dat we minstens twee maal zo veel zouden moeten lezen per jaar, en betere en uitgebreidere lessen zouden moeten krijgen. Nu krijgen we er niet veel lessen over, en zijn ze vaak ook niet goed voorbereid.
Ik hoop dat er gehoor wordt gegeven aan mijn verzoek, en dat wij als leerlingen snel iets merken van verbetering.
Bij voorbaat dank.
Met vriendelijke groet,
Tijn Grevink.



Beweringen

Want in de tekst staat…
Klopt het?
1
Door het lezen van verhalen kunnen
mensen zich beter inleven in anderen

Ja
2
Door het lezen van gedichten kunnen
mensen zich beter inleven in anderen.

Ja
3
Dat mensen zich beter in anderen
kunnen inleven, kun je zien aan hun
gezicht.

Ja
4
Onderzoekers van The New School verdeelden proefpersonen in twee groepen. Sommige
vrijwilligers lazen Tsjechov, andere lazen verhalen van ‘mindere’ literaire statuur. Direct
hierna volgden tests waarbij zij onder meer gezichtsuitdrukkingen beoordeelden. Mensen die literaire fictie lazen, scoorden het hoogst
Nee
5
De onderzoekers denken dat dit komt doordat literaire fictie gelaagde karakters beschrijft.

Ja
6
De onderzoekers denken dat dit komt doordat literaire fictie gelaagde karakters beschrijft.
Lezers moeten zich maximaal inleven in de gedachtewereld van de hoofdpersoon. Bij
populaire fictie is dit volgens de onderzoekers minder het geval, omdat de hoofdpersonen
zich een stuk voorspelbaarder gedragen
ja
7
Eerder onderzoek toonde weliswaar aan dat fictieliefhebbers zich meer vinden in stellingen als: ‘Bij een meningsverschil probeer ik de kwestie eerst vanuit ieders standpunt te bekijken.’ Hierbij bleef echter onduidelijk of dit door de boeken zelf kwam, of doordat empathische mensen simpelweg meer literatuur lezen.

Ja
8
Organisatiepsycholoog Matthijs Bal van de Vrije Universiteit in Amsterdam deed eerder onderzoek naar de relatie tussen empathie en literatuur lezen. Hij is enthousiast over het onderzoek, maar plaatst toch enkele kanttekeningen. ‘Wat zijn de langetermijneffecten van literatuur lezen? Was het inlevingsvermogen een week of maand na het lezen nog net zo goed? Dat blijft onduidelijk.’
Ja
9
Zie uitleg 7.
Nee
10
De wetenschappers hopen met dit onderzoek de educatieve en maatschappelijke waarde van

literatuuronderwijs aan te tonen. Dit vinden zij hard nodig, want romans lezen daalt al jaren als vrijetijdsbesteding. Ook wordt op middelbare scholen steeds minder aandacht besteed aan fictie en staan literatuursubsidies onder druk
Ja
11
Zie uitleg 8.
Ja
12
Ook blijft het raadselachtig welke specifieke eigenschappen van literatuur het inlevingsvermogen stimuleren. De onderzoekers hopen dit met vervolgonderzoek te achterhalen. Ook hopen ze te bepalen hoe andere kunstvormen, zoals toneelstukken en films, empathische vaardigheden kunnen
versterken.

Nee
13
Zie uitleg 6.
Ja



Bronnen:
De Volkskrant, 4 oktober 2013; Casper van der Veen










Bezonken Rood

Boekverslag ‘Bezonken Rood’
Dit is mijn boekverslag van Bezonken Rood, een boek geschreven door Jeroen Brouwers. Velen zullen het al kennen, maar ik hoop toch wat te kunnen uitleggen met dit verslag.
In mijn boekverslag zullen een samenvatting, enkele recensies en mijn mening te vinden zijn. Uiteraard wordt er ook informatie over de schrijver gegeven. Ik heb er echter wel voor gekozen om een samenvatting van internet te halen die ik goed vond en daar wat aanpassingen in aan te brengen. Dit omdat ik moeite had met het samenvatten om redenen die nog duidelijk zullen worden.

Zakelijke gegevens:
Titel:                                    Bezonken Rood
Auteur:                                Jeroen Brouwers
Uitgegeven door:                   eerder De Arbeiderspers, nu Uitgeverij                                                         Eldorado
Jaar van uitgave:                   1981

Jeroen Brouwers
De auteur van Bezonken Rood, Jeroen Brouwers, is geboren op 30 april 1940 in Jakarta, het vroegere Nederlands-Indië. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog dus, die daar officieel in 1942 begon. Brouwers en zijn moeder, grootmoeder en zusje werden opgesloten in het vrouweninterneringskamp Tjideng, waar zijn moeder later overleed.
Na de oorlog vertrok hij naar Nederland samen met zijn moeder en zus, waar hij in diverse internaten en opvanghuizen werd geplaatst omdat hij moeilijk handelbaar was. Toen hij eenmaal volwassen was is hij langs verscheidene redacties van kranten en tijdschriften bij een uitgeverij komen werken. Hij besloot echter zelf te gaan schrijven en in 1964 verscheen  de bundel Het mes op de keel, zijn debuut.
Brouwers is een man die niet vaak in de publiciteit komt. Hij is ingetogen en wil via zijn werk, dat vaak deels biografisch is, dat mensen hem leren kennen. Hierover is echter al meerdere malen opschudding over ontstaan, omdat zijn boeken worden aangeprezen als non-fictie. Brouwers dikt de waarheid echter af en toe wat aan, wat volgens sommige mensen niet mag als je bijvoorbeeld over het Tjideng kamp praat.
Jeroen Brouwers heeft vele prijzen gewonnen met zijn werk en wordt gezien als één van de grootste Nederlandse schrijvers, in ieder geval van het moment.

Samenvatting
In Bezonken Rood beschrijft Jeroen Brouwers zijn tijd in Tjideng. Het één van zijn bekendste boeken en hij heeft er de Prix Femina Etranger voor gekregen.
De gebeurtenissen in Bezonken rood spelen zich afwisselend af in het verleden en in het heden. Voor de duidelijkheid zullen in deze samenvatting de gebeurtenissen zoveel mogelijk in chronologische volgorde weergegeven worden.

Op een winterse dag in 1981 krijgt Jeroen een telefoontje. Het blijkt dat zijn moeder is overleden in het verzorgingstehuis. Naar aanleiding van het telefoontje komen er allerlei herinneringen bij Jeroen boven over het interneringskamp Tjideng. Na de inval van de Japanners in Nederlands-Indië, brengt hij er drie jaar van zijn leven door, samen met zijn grootmoeder, moeder en zusje. Het kamp staat onder leiding van Kenitji Sone. Vader verblijft in de oorlogstijd als krijgsgevangene in Japan. Jeroens twee oudere broers blijken, achteraf, op Java in mannenkampen opgesloten te hebben gezeten. Jeroen bewoont samen met de andere gezinsleden een gedeelte van een keuken. Als kind heeft hij moeite met bidden. Hij kan wel alle gebeden opzeggen, maar écht bidden doet hij nooit. Zijn moeder laat eveneens het bidden over aan andere mensen, waaronder haar eigen moeder. Jeroen kan alleen zien dat zijn oma nog leeft, als ze de kralen van de rozenkrans door haar vingers laat lopen. Dagelijks wordt Jeroen geconfronteerd met de dood en zelfs al vóór hij kan lezen, weet hij er alles vanaf. De vrouwen in het kamp worden mishandeld, vernederd en verkracht. Er zijn dagelijks appèls, waarbij alle vrouwen en kinderen worden geteld. Ze moeten bevelen opvolgen als: in de houding staan, buigen, blijven staan in gebogen houding, 'lang leve de keizer' roepen en met kwakende geluiden kikkeren (in hurkhouding kikkersprongen maken). Jeroen is, gelukkig voor zijn moeder, eenvoudig te herkennen tussen alle kleine kinderen. Hij draagt een tropenhelm, waar hij bijzonder trots op is.

Op zijn vijfde verjaardag, 30 april 1945, krijgt hij het boek Daantje gaat op reis. Aan de hand van dit boek leert zijn moeder hem lezen. Vier dagen later overlijdt Jeroens grootmoeder. In juni van dat jaar krijgt Jeroens zus dysenterie als ze met een rolschaats in het open riool terechtkomt. Ze wordt tot haar genezing opgenomen in het kampziekenhuis. Eind juli overlijdt Jeroens opa. In de eerste helft van augustus sterft Nettie Stenvert, Jeroens vriendinnetje. Jeroen heeft geen emoties meer en denkt alleen maar aan het inpikken van Nettie haar pop. Om zelf in leven te blijven oefent hij elke dag de woorden, die zijn moeder hem leert. Iemand die stervende is, is niet meer in staat om de vliegen van zich af te slaan en daarom jaagt Jeroen elke dag op vliegen. Ze worden voor hem symbolisch voor de dood.

Begin augustus van 1945 worden twee atoombommen afgeworpen op Japan (Hiroshima en Nagasaki). Voor straf moeten de gevangenen twaalf uur in de houding staan en kikkeren. Al hun schamele bezittingen worden verbrand, maar Jeroen draagt zijn boek van Daantje onder zijn kleren. Het voedsel van een Rode Kruis-hulpwagen, wordt in een door de vrouwen gegraven gat geworpen. Jeroens moeder heeft stiekem rijst achter haar BH verstopt, maar wordt mishandeld zodra ze betrapt wordt. Hierover zegt hij: "Mijn moeder was de mooiste moeder, op dat moment hield ik op van haar te houden." Drie dagen lang krijgen de gevangenen geen eten of drinken. Op 2 september 1945 capituleert Japan, maar de gevangenen moeten nog enkele maanden in het kamp verblijven.

Na de oorlog wordt het gezin weer herenigd. Ze emigreren naar Nederland. Op 10-jarige leeftijd wordt Jeroen ondergebracht in kostscholen om opnieuw opgevoed te worden. Hij voelt zich verraden door zijn moeder en wenst haar dood.

Zes à zeven jaar vóór zijn moeders overlijden, ontmoet Jeroen een vrouw. Ze heet Liza en een uur na hun kennismaking gaan ze met elkaar naar bed. Liza loopt mee in de optocht, terwijl Jeroen vanuit het slaapkamerraam kijkt en denkt: "ik voel niets meer voor haar". Na een verblijf van drie dagen vertrekt hij om haar weer te vergeten. Een maand voor zijn moeders overlijden, ontmoet hij Liza opnieuw. Jeroen is dan inmiddels getrouwd en vader geworden van een dochter. Het gesprek is weinig diepzinnig. Jeroen vraagt zich intussen af hoe hij geworden is, zoals hij is.

De avond voor het overlijden van zijn moeder krijgt Jeroen bezoek van de schrijver Ger Verrips. Ze praten over literatuur en politiek. Later op de avond kijkt Jeroen TV. Hij ergert zich aan de Duitse nasynchronisatie van een Japanse film. Terwijl hij het eelt van zijn voeten vijlt, vraagt hij zich af waarom iedereen altijd denkt dat de Duitse onderdrukking 'erger' was, dan de Japanse.

Jeroen heeft al lange tijd geen contact meer met zijn moeder en wenst ook niet bij haar crematie aanwezig te zijn. Wel wil hij een uitgebreid verslag hebben van de plechtigheid. Jeroen besluit als hommage op het tijdstip van de crematie voor te lezen uit 'Daantje gaat op reis'. Hij kan het boek helaas niet meer vinden. Jeroen voelt zich ellendig en kan de gedachte aan zijn moeder niet van zich afzetten. Hij neemt een pil om wat te kalmeren en besluit dat hij zijn naam niet in de rouwadvertentie vermeld wil zien. Voor zijn gevoel is zijn moeder al lange tijd geleden overleden. Jeroen raakt verward. Hij herinnert zich de tijden met Liza en voelt zich opnieuw verliefd. Daarnaast heeft toch rouwgevoelens voor zijn moeder. Dit verwart hem. Eigenlijk wil hij helemaal niks voelen. Hij wacht bij de telefoon en hoopt dat zijn moeder belt, maar dan met de stem van Lisa.

Jeroen vraagt zich af naar welke televisieprogramma's zijn moeder heeft gekeken, kort voor haar overlijden. Hij krijgt wederom een telefoontje van het verzorgingstehuis. De persoon vraagt of hij belang heeft bij een erfstuk. Hij heeft geen belangstelling. Wel krijgt hij enkele weken later haar fotoalbums te zien. Om zijn gedachten te verzetten, rijdt Jeroen op de dag van de crematie uren rond. Als hij weer thuis komt, werkt hij verder aan zijn boek over zelfmoord in de Nederlandstalige literatuur.

Jeroen besluit een boek te schrijven over zijn tijd in Tjideng. Eigenlijk vindt hij dat hij geen boek mag schrijven over het leven in Tjideng, omdat hij daar een onbezorgde tijd heeft gehad. Hij was levenslustig en leed géén honger, omdat zijn moeder regelmatig eten smokkelde. De enige reden die hij noemt om dit boek te schrijven is 'octaviteit'.



Recensies
Dirk Leyman in “de morgen” over bezonken rood:

"Ik moet geloof ik iets over de dood van mijn moeder schrijven, daarin verwerkend een zeer smartelijk verhaal (een herinnering) uit het Jappenkamp", zo bericht Jeroen Brouwers op 7 februari 1981 in een brief aan Tom van Deel. Een week eerder was zijn moeder gecremeerd. Hoewel hij nog amper contact met haar had, zorgt haar overlijden ervoor dat Brouwers bruusk wordt terug geslingerd naar zijn vroegste herinneringen. Die vormen de kern van 'Bezonken rood' (1981), een boek dat Brouwers allerwegen lof, twaalf vertalingen en zelfs de Franse Prix Fémina Etranger opleverde, maar ook felle controverse teweegbracht.

Als 3-jarige belandt Brouwers in 1943 samen met zijn zusje, moeder en grootmoeder in het vrouwenkamp Tjideng, in het toenmalig bezette Nederlands-Indië. De gruwelijke gebeurtenissen waarvan hij getuige is, laten bij Brouwers onherstelbare kerven na. Niet alleen raakt zijn relatie met zijn moeder beschadigd (zeker als ze hem 'verraadt' door hem nadien in een kostschool te plaatsen), ook bij alle latere liefdesrelaties lijkt hij 'verkeerd verbonden'.

"Oedipus schreit. Jawel. Ik zocht naar mijn moeder, naar de mooie vrouw uit de eerste jaren van mijn leven. Die moeder werd gemarteld, kaalgeschoren, gehavend, kapot gemaakt - en toen hield ik op van haar te houden", zo vertelde Brouwers in een interview met Jan Brokken. 'Bezonken rood is een navrante rouw zang, vol zelfhaat en schuldbesef ("Ik sta aan de verkeerde kant, mijn liefde gaat verloren"). Tegelijk gaat dit zo symboolrijke en hecht gecomponeerde boek over een getormenteerde man die de geboorte van zijn dochtertje niet wil meemaken en geen blijf weet met een intussen opspelende verliefdheid. 'Bezonken rood' zal samen met 'Het verzonkene' (1980) en 'De zondvloed' (1988) deel uitmaken van Brouwers' klassieke Indiëromans.

Het boek kwam Brouwers op hevige reprimandes te staan van onder meer Rudy Kousbroek, die vond dat Brouwers de gruwel in de Jappenkampen aandikte. Maar Brouwers, die Kousbroek polemisch decimeerde als "een geobsedeerde raaskallende gelijkhebber", stelde: "Ik heb niet gelogen, ik heb een roman geschreven." En een roman roept een nieuwe 'werkelijkheid' in het leven, waar of niet waar, doet er weinig toe.



Ann Meskens in "de morgen" over Bezonken rood:

"Een prachtig, verschrikkelijk en aangrijpend boek." Dat is voor dit roemruchte boek nog een spaarzaam uitgedrukt oordeel. Bezonken rood is voor velen een van de prachtigste, verschrikkelijkste en aangrijpendste boeken uit de Nederlandstalige literatuur.
Brouwers' dwingende en onontkoombare taal verplicht de lezer de verschrikkingen van het Japanse interneringskamp Tjideng - en van het kind Jeroen Brouwers dat daar verblijft - onder ogen te zien. Het is bij de scherpe herinneringen moeilijk de blik af te wenden, iets anders te zien of aan iets anders te denken. Ook bij de lezer moet het geheugen vooral schrijnen, slaan en treffen. De balsturige humor die Brouwers' taal eigen is, maakt het verhaal alleen maar prachtiger, verschrikkelijker en aangrijpender."
Naar aanleiding van de R.A.M-uitzending van vorige week las ik dit boekje. Ik ben nog helemaal onder de indruk. Niet alleen van de gebeurtenissen die Brouwers beschrijft, maar vooral om de manier waarop. Het is schrijnend, zeer indrukwekkend, het is helemaal waar, wat hierboven geschreven staat. En het is ook niet na te vertellen...


Mijn mening
Bezonken Rood is zonder enige twijfel één van de meest aangrijpende en indrukwekkendste boeken die ik ooit heb gelezen. De schrijfstijl is soms wat lastig te volgen, omdat er vaak sprongen worden gemaakt in de tijd, achter- en vooruit. Ook worden er vaak dingen verteld die niets met het verhaal te maken hebben, wat het soms ingewikkeld maakt.
Het verhaal vond ik echter zeer indrukwekkend. Jeroen Brouwers verteld in dit boek vanuit het oogpunt van een kind wat er gebeurde in kampen zoals Tjideng. Toch vond ik deze gebeurtenissen niet het meest schokkend. Wat ik wel schokkend vond was dat Jeroen Brouwers beschreef hoe de kleine dingen hem veel meer raakte dan het dood en verderf om hem heen in het kamp. Niet alleen ten tijde van de oorlog, maar ook daarna. Zo beschrijft hij in het boek hoe hij in de rij staat voor een opvanghuis, en dat hij zijn moeder ziet zoeken naar hem. Hoewel dat niet zo verschrikkelijk klinkt, was het dat voor hem wal, want in Tjideng zag zijn moeder hem altijd staan door zijn tropenhelm. Dit geeft hem het gevoel dat zijn moeder hem opgeeft, en onder andere deze gebeurtenis zorgt er later voor dat ze weinig contact hebben.
Al met al een aanrader voor iedere lezer die geïnteresseerd in literatuur, maar wees wel bewust dat het geen boek is om lekker bij te gaan zitten.