zondag 4 mei 2014

Kort Amerikaans

Boekverslag ‘Kort Amerikaans’
Dit is mijn boekverslag over Kort Amerikaans, geschreven door Jan Wolkers. Hierin zullen te vinden zijn:
·      Zakelijke gegevens
·      Informatie over de auteur
·      Een korte samenvatting
·      Gemaakte vragen over het boek


Zakelijke gegevens:
Titel:                                    Kort Amerikaans
Auteur:                                Jan Wolkers
Uitgeverij:                            Meulenhoff Amsterdam
Jaar van Uitgave:                1962
Aantal pagina’s:                  174

Jan Wolkers
Jan Wolkers wordt op 26 oktober 1925 in Oegstgeest geboren. Hij groeit op in een streng gereformeerd gezin, als derde van elf kinderen. Hij wordt vanwege slechte resultaten van de MULO gestuurd. Hij helpt eerst zijn vader in de winkel en heeft daarna een aantal verschillende baantjes: bijv. dierenverzorger, tuinman en lampenkappenschilder.

In de oorlog duikt hij onder. In 1944 sterft onverwacht zijn oudste broer. Dit grijpt hem erg aan, omdat hij zijn broer bewonderde vanwege diens protesten tegen hun vader. Na de oorlog studeert hij beeldhouwkunst in Den Haag, Amsterdam en Salzburg. In 1957 krijgt hij een beurs voor een stage bij Ossip Zadkine in Parijs. Hij debuteert in 1961 als schrijver met de verhalenbundel Serpentina's petticoat. Kort Amerikaans (1962) is zijn eerste roman. Jan Wolkers roept met de ongeremde beschrijvingen van thema's als sexualiteit, dood en geloof veel weerstanden op. In 1963 ontvangt hij de Novelleprijs van de stad Amsterdam, maar drie jaar later geeft hij het geld terug uit protest tegen het politieoptreden tegen de provo's. Vervolgens weigert hij in 1982 de Constantijn Huygensprijs en in 1989 de P.C. Hooftprijs. Het Auschwitzmonument in Amsterdam is zijn bekendste sculptuur.
 
 
Samenvatting
Bij een razzia in Leiden in 1944 wordt Peter, een vriend van Erik van Poelgeest, opgepakt. Erik zelf ontloopt dit lot, omdat hij net op dat moment het postkantoor binnengaat. Erik is 18 jaar, en hij duikt onder voor de arbeidsdienst. Hij geeft zich op voor de tekenacademie bij de kunstschilder Van Grouw. Hij krijgt werk op het door jonkheer d'Ailleurs geleide atelier, waar hij 17de eeuwse zeeslagen op lampenkappen schildert. Hier werkt ook Elly, een 20-jarig blond joods meisje, dat ondergedoken is bij de familie d'Ailleurs. De 60-jarige jonkheer bezoekt Elly 's nachts, en ook op het atelier hebben ze contact. Op een gegeven moment ontdekt Erik in het atelier een schilderij, waarop een schedel met een litteken staat afgebeeld. Erik denkt nu dat hij in gevaar is, omdat hij ook zo'n litteken heeft. Dit litteken veroorzaakt spanningen bij hem, omdat hij er altijd mee gepest is en het hem in een isolement geplaatst heeft. Als hij later een gipsen tors van Venus ontdekt, beschouwt hij deze als zijn vrouw, omdat hij zich voor haar vanwege zijn litteken niet hoeft te schamen.

Erik, die uit een streng calvinistisch milieu komt, heeft een vriendinnetje, Ans. Erik neemt haar mee naar zijn zolderkamertje en ze gaan voor het eerst met elkaar naar bed. Ans, die Rooms-Katholiek is, biecht dit op aan de pastoor, die haar de verdere omgang met Erik verbiedt. Na een tweede bezoek laat ze Erik in de steek. Erik heeft inmiddels op het atelier nader contact met Elly gezocht, als de jonkheer er niet is. Op de academie ontmoet Erik de zonderling 'De Spin'; deze is, evenals Van Grouw, een N.S.B.er.

Eriks moeder komt elke dag met de tram uit Oegstgeest om Erik een pannetje eten te brengen. Op een avond vertelt ze zeer bedroefd, dat Eriks oudste broer Frans, die bij de ondergrondse zit, difterie heeft. Als duidelijk is, dat Frans het niet haalt, gaat Erik 'De Spin' om raad vragen. Deze geeft hem een briefje van honderd, waarvoor Erik een krans voor Frans' graf koopt. 'De Spin' pleegt later zelfmoord, en Van Grouw vlucht op D-Day voor de geallieerden. Hij laat Erik in de academie wonen en na enkele maanden trekt Elly bij hem in. Hij weigert lichamelijk contact met haar omdat hij al die tijd met de gipsen tors leeft. Als hij die nacht weer naar de tors gaat, betrapt Elly hem, als hij zich bevredigt. Uit woede gooit ze de tors kapot. Erik grijpt haar daarop naar de keel en vermoordt haar in een vlaag van waanzin. Op de dag van de bevrijding wordt Erik doodgeschoten, omdat de bevrijders denken, dat hij een verrader is.

 



Vragen
Vraag 1 Bekijk de voorkant van de uitgave die hiernaast is afgebeeld.
Æ a Beschrijf wat je ziet.
Op de voorkant van deze uitgave zie je twee handen die een gipsen tors omarmen. 
Æ b Welke belangrijke tegenstelling zie je in het omslagbeeld?  
Beschrijving: http://archief.lijsterdocentenservice.nl/001_lijsterdocentenservice/_assets/kortamerikaans.jpgDe belangrijkste tegenstellingen in het omslagbeeld is dat de armen van een mens zijn en het lichaam is gemaakt van steen.  
Æ c Zouden de armen van een jongen of van een meisje zijn? Waarom denk je dat?
Ik denk dat deze armen van een jongen zijn, want de hoofdpersoon in het boek, Erik, is ook een jongen. Ik denk dat de armen die van hem moeten voorstellen, omdat hij verliefd op een gipsen tors van Venus.
Æ c Welke dubbelrol speelt het gipsen beeld in de roman?
Het gipsen beeld heeft als dubbelrol in de roman dat het door Erik wordt gebruikt in een stilleven, en ook aan zijn seksuele behoeftes bij voldoet.
Vraag 2 Zoek informatie over de godin Venus en bekijk een afbeelding van de wereldberoemde ‘Venus van Milo’
Æ a Heeft de kaftontwerper dit beeld gebruikt voor ‘t ontwerp
Ik ben bijna zeker dat de kaftontwerper dit beeld heeft gebruikt voor het ontwerp van de kaft, want het lijkt precies hetzelfde. Als je kijkt naar de kleine details dan zie je dat zelfs de schouder in precies dezelfde hoek zit en dat de buikspieren ook precies hetzelfde worden weergeven als in de ‘Venus van Milo’. 
Æ b Welke verschillen zijn er tussen het oorspronkelijke Venusbeeld en het beeld dat een rol speelt in de roman?  
Het echte Venusbeeld stond ten tijde van de Tweede Wereldoorlog in het Louvre in Parijs terwijl het gipsen beeld uit het verhaal in een kunstacademie in Leiden stond. Ook was het beeld in het verhaal gemaakt van gips en bestaat het origineel uit marmer.
Æ c Kun je de gipsen Venustors ook als een personage in de roman beschouwen?  
Ik zou de Venustors uit het boek niet als personage maar als object beschouwen. Het komt wel redelijk vaak voor in het boek, maar het heeft geen karaktereigenschappen en daardoor vind ik dat het niet kan worden gezien als personage. 
Vraag 3 In het boek wordt regelmatig verwezen naar reële ruimtes in Leiden en omgeving.
Æ a Noem er minstens drie.
Drie reële ruimtes in Leiden en omgeving waar in het boek naar verwezen wordt zijn: de kerk, de boekenwinkel en het ziekenhuis.
 Æ b Vermeld bij elke plek wat op die plaats of in die ruimte gebeurt.
De Spin woont dicht bij de kerk en Erik loopt er vaak langs als hij naar hem toe gaat. Bij de boekenwinkel werkt Ans, een vriendin van Erik, en Erik steelt in het verhaal ook een boek uit deze boekenwinkel. In het ziekenhuis ligt de broer van Erik, Frank, die lijdt aan difterie. Erik ziet hier zijn broer ook overlijden.
Æ c Welke rol speelt de Tweede Wereldoorlog in dit boek?
Het verhaal speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog en daardoor is het gelijk al belangrijk. Peter, de vriend van Erik, wordt opgepakt tijdens een razzia en Erik duikt onder bij een NSB’er, om zijn dienstplicht te ontlopen. Ook ontmoet hij een Joods meisje, Elly,  die ook is ondergedoken, maar dan omdat ze niet opgepakt wil worden als gevolg van haar geloof. Verder komt de Tweede Wereldoorlog niet heel veel aan bod in het boek. 

Vraag 4 De verstandhouding tussen de hoofdpersoon en de ouders is in veel verhalen en boeken van Jan Wolkers slecht. In Kort Amerikaans zijn de ouders ‘aanwezig’, zij het niet op de voorgrond.
Æ a Hoe staat de hoofdpersoon in deze roman tegenover zijn ouders?
In het verhaal is Erik de zondeling van zijn familie, hij wordt beschouwd als een mislukking. Zijn familie vindt het overbodig dat hij onderduikt om zijn dienstplicht te ontlopen en ze vinden het ook maar niets dat hij schildert. Erik daarentegen haat zijn ouders, omdat ze zeurderig en dramatisch zijn in zijn ogen.
Æ b Geef drie voorbeelden waaruit die houding blijkt.
Drie voorbeelden waaruit deze houding blijkt zijn: De ongeïnteresseerde houding waarin Erik zichzelf opstelt als zijn moeder hem vertelt dat zijn broer lijdt aan een ernstige ziekte, het gedrag dat hij vertoont gedurende de begrafenis van zijn broer, en het feit dat hij een volgens zijn ouders ongepaste jas draagt tijdens de begrafenis. 

Vraag 5 Kort Amerikaans heeft als motto: ‘There is no trap so deadly as the trap you set for yourself’. (The long goodbye - RAYMOND CHANDLER)
Æ a Breng dit motto in verband met de inhoud van het boek.
In het Nederlands zou de uitspraak ‘There is no trap so deadly as the trap you set for yourself’betekenen dat je je eigen ondergang aan het voorbereiden bent. Dit doet Erik in zekere zin door te gaan wonen in een NSB gebouw en later in het boek vanuit dit huis bevrijders, die dus tegen de NSB zijn, te bedreigen met een geweer. 
Æ b Verklaar de titel van het boek zo uitgebreid mogelijk.
De titel van het boek is ‘Kort Amerikaans’, omdat dit de naam is dat Erik altijd kreeg bij de kapper. Hij kreeg altijd dit specifieke kapsel, omdat het goedkoop was en het er volgens zijn vader netjes uitzag. Hierdoor is het litteken op het hoofd van Erik beter zichtbaar waardoor hij zich onzekerder en lelijker voelt. 
Æ c Breng de titel in verband met het thema van het boek.
Het thema in het boek is isolement. Dit kan in verband gebracht worden met de titel van het boek doordat hij altijd het kapsel kort Amerikaans kreeg. Hierdoor werd zijn litteken duidelijker te zien en werd hij nog meer gepest en raakte Erik steeds verder in isolement. 
Æ d Uit welke drie heftige gebeurtenissen bestaat het slot?
Het slot van ‘Kort Amerikaans’ bestaat uit drie heftige gebeurtenissen. De eerste gebeurtenis is wanneer Erik’s broer overlijdt aan een ernstige ziekte. 
Daarna komt de Joodse onderduiker Elly, bij hem wonen. Elly biedt hem indirect aan geslachtsgemeenschap te hebben, maar in plaats van elkaar te bevredigen, bevredigt Erik zichzelf met een gipsen tors. Dit vindt Elly raar en vies en ze wordt woedend op Erik en vertelt hem dat hij bang is voor de echte wereld. Ze gooit de tors kapot en als gevolg hier van wordt Erik ook woedend en grijpt Elly bij haar strot en vermoord haar. 
Aan het einde van het boek winnen de geallieerden de strijd van de Duitsers en wordt Nederland bevrijd. Aangezien Erik in een NSB pand woont komen de geallieerden naar zijn huis toe. Hij raakt in paniek loopt dreigend naar ze toe en uiteindelijk wordt hij neergeschoten door een geallieerde. 
Æ e Hoe wordt de lezer voorbereid op dit slot? Vind je in de titel en het motto al een verwijzing naar dit slot? Verklaar je antwoord nader.
Ik vind dat het motto wel al een verwijzing naar het slot geeft, maar dat vind ik van de titel niet. Het motto, ‘there is no trap so deadly as the trap you set for yourself’, zegt eigenlijk al dat het uiteindelijk fout zal gaan en dat wordt in het einde ook nageleefd. In tegenstelling tot het motto vind ik de titel niks zeggen over het einde van het boek. Het gaat in het boek wel over het kapsel kort Amerikaans en het is gerelateerd aan het motief van het verhaal, maar het zegt niks over het slot. 

RECENSIEOPDRACHT: 
Gebruikte recensie: Recensie 1 (Trouw; 05-01-1963)
Æ a Hoe denkt de recensent(e) over het boek “Kort Amerikaans”?
De recensent vind het een interessant, maar aan de andere kant een heel lastig boek. Hij vindt de grapjes die in het boek zijn verborgen grappig, maar hij vindt dat ze lastig te vinden zijn en dat je heel kritisch en nauwkeurig moet lezen om het te snappen en dat het boek de tweede keer dat je het leest pas echt tot zijn recht komt. 
Ook vindt de recensent dat de grapjes in het boek verkeerd opgevat kunnen worden door de lezer, omdat Wolkers een nogal ‘agressieve‘ humor hanteert. 
Æ b Met welke argumenten ondersteunt hij(zij) zijn(haar) standpunt?
Het feit dat de recensent het een interessant boek vindt blijkt uit de volgende regels: ‘Ook al staat hij waakzaam tegenover de hem bedreigende omgeving en heeft zijn gekwetste gevoeligheid een aantal afweermechanismen ontwikkeld - agressiviteit, humor, wreedheid - hij blijft kwetsbaar door zijn deernis met ouders, zuster, broer en - in het algemeen - met alles waarvan hij houdt en waarvan hij de zwakheid heeft gezien. Die ambivalante gevoelsinstelling bepaalt in belangrijke mate de toon van zijn verhalen, een toon die mij volstrekt authentiek lijkt.
Dat de schrijver de grappen lastig vindt om te vinden en dat het boek nauwkeurig en kritisch gelezen dient te worden blijkt uit de volgende quote: ‘Refereert de schrijver echter, zoals in de roman "Kort Amerikaans" aan iets dat 40 bladzijden tevoren gezegd is (p. 147 en p. 108)of zelfs 72 (het grote boek op p. 137, waarmee dat over Botticelli op p. 55 bedoelt wordt) dan vraag ik mij af of iemand mag verwachten dat zoiets overkomt - ook al onderschrijf ik de eis van goed lezen.’
Volgens de recensent hanteert Wolkers een agressieve humor en dat blijkt uit het volgende:‘Slechte lezers zullen zich door deze agressieve humor wellicht laten provoceren en het boek geërgerd terzijde leggen.’  Hieruit blijkt echter ook nogmaals dat het boek kritisch en nauwkeurig gelezen dient te worden.
Æ c Vergelijk jouw mening met die van de recensent(e). Noteer verschillen en overeenkomsten.
In tegenstelling tot wat de recensent vond, vind ik de humor in het boek niet aanvallend, maar gewoon grappig. Waarschijnlijk komt dat omdat i een stuk jonger ben dan de recensent en zonder achterliggende boodschappen te zoeken het boek las. Ik ben het er wel mee eens dat het een complex boek is, want ik moest delen van het boek zelf ook opnieuw lezen om te begrijpen wat er nou echt stond en wat dat te maken had met eerdere gebeurtenissen. 



Keuzeopdracht 2
Een goede titel moet voldoen aan een duidelijke relatie met het, eventueel symbolisch. Ook moet het iets toevoegen op een manier dat het de lezer iets duidelijk maakt of aan het denken zet. Een titel kan ook een beschrijvende functie hebben, als het enkel aangeeft waar het verhaal over gaat.
‘Kort Amerikaans’ is enkel een aanduiding van de emotionele waarde van die woorden voor de hoofdpersoon, maar geeft dus wel iets weer over zijn karakter.
Hieronder zijn vier alternatieve titels die ik heb verzonnen voor Kort Amerikaans.

Titel 1: ‘de jongen die verliefd werd op een gipsen tors’
Deze titel heeft een beschrijvende functie, omdat het iets vertelt over wat er in het boek gaat gebeuren, maar het geeft ook iets weer over het karakter van Erik. Er worden immers nier veel mensen verliefd op een gipsen tors.

Titel 2: ‘beelden zeggen niets’
Ook deze titel geeft iets weer over de emotionele toestand van Erik, die zich genoodzaakt voelt om zich tot een beeld te wenden voor liefde, omdat deze niks zal zeggen over zijn litteken.

Titel 3: ‘eben-haezer’
Deze titel is geschikt, omdat het de nieuwsgierigheid van de lezer opwekt, die wellicht geïnteresseerd in de betekenis van dit fenomeen. Eben-haezer betekent letterlijk ‘steen der hulp’ en heeft in dit boek grote betekenis voor Erik. Hij ziet het op een tegel bij het ziekenhuis als hij er langs loopt en voor hem heeft deze gebeurtenis een lange nasleep. Het symboliseert in dit boek het conflict tussen mens en geloof, wat van groot belang is in het verhaal.

Titel 4: ‘isolement
Isolement is een steeds terugkomend fenomeen in dit boek, en speelt een belangrijke rol in Eriks leven, die zich in een isolement bevindt door zijn litteken. Ook klinkt het spannend en maakt het lezers nieuwsgierig.


Keuzeopdracht 3
Ik heb de volgende gedichten gekozen die volgens mij bij het boek passen:

Regen.
het regent weer pijpenstelen
ik zit me knap te vervelen

het weent in mist en duisternis
verlicht door een lantaren

struiken hangen zwaar beladen
tot op de drassige grond

de druilerigheid van buiten
is in mijn hoofd gekropen

de neerslachtigheid in mij
verwacht de zon als tovenaar

gisteren en vandaag zijn plassen
water hinderlijke obstakels

mijn dorp is verstopt
onder een grijze deken

de eenzaamheid ontwaakt
in huiselijk isolement

hoe mooi was toch een wolk
in een lichte blauwe lucht

Dit gedicht gaat over een persoon die steeds dieper wegzakt in zijn ongelukkigheid en zich steeds slechter gaat voelen omdat hij helemaal alleen is. 

Velden van Isolement:
verstoten van huis en haard
dwaalde ze onbegrepen
door de velden van isolement
waarin het rijk der schimmen
de hare werd, zich ontpoppend
tot ‘n schaamteloze gebruiker
kropen stemmen uit pakken melk
overal afluister apparatuur
de wereld was krankjorum geworden
zij verdronk..

Dit gedicht gaat over iemand die eveneens alleen is en uiteindelijk verdrinkt in haar eenzaamheid.


Deze gedichten hebben beide vijf overeenkomsten met het boek en passen er dus goed bij:
1. Zowel de gedichten als het boek gaan over isolement. 
2. De persoon in kwestie voelt zich alleen. 
3. De persoon in kwestie verliest steeds meer grip op de realiteit en zakt steeds verder weg. 
4. Erik wordt aan het einde van het verhaal helemaal gek, en dat is hetzelfde als met de persoon in kwestie in het gedicht 'Velden van Isolement'. 
5. De personen in kwestie komen allemaal niet meer uit hun isolement. 


Keuzeopdracht 4
Als andere recenise heb ik gekozen: recensie 2 (De Tijd/De Maasbode; 03-11-1962; door Kees Fens).

Fens acht het boek een werk van een groot schrijver, die echter nog ervaring moet opdoen en zodoende af en toe sleutelelementen mist.  Echter vindt hij het wel ontzettend knap dat Wolkers de waarheid in een roman heeft kunnen beschrijven, zonder monologen en modern getheoretiseer.

Dat is te lezen in de volgende fragmenten:

“De wijze waarop de auteur Eric in de lugubere omgeving van een kleine academie voor beeldende kunsten doet belanden, maakt een wat geforceerde indruk. de vanzelfsprekendheid van het gebeuren, eigen aan elke grote roman en ook aan delen van Wolkers' werk, is hier en op nog enkele plaatsen zoek.”

“Het is Wolkers' grote verdienste en een bewijs van zijn onmiskenbaar talent als schrijver die waarheid in een roman verbeeld te hebben, op een geheel oorspronkelijke wijze, zonder, en dat in een thematisch zo gebonden roman, in monologen of beschouwingen in het moderne getheoretiseer te vervallen.”


Beiden recensenten verwijzen in hun recensies niet naar dezelfde meningen, en die kunnen dan ook niet vergeleken worden, hierdoor wordt echter wel meer duidelijk over het boek na het lezen van beide recensies.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten