donderdag 4 juni 2015

Roxy

Roxy
Het boek Roxy gaat over de gelijknamige hoofdpersoon, wiens dertig-jaar-oudere man omkomt bij een auto-ongeluk. Roxy blijft koel onder dit nieuws, zeker wanneer zij erachter komt dat haar man al maandenlang vreemdging.
Roxy’s familie en kennissen ondersteunen haar, alhoewel dit niet nodig is. Haar ouders trekken bij haar in om de leegte op te vullen en de oppas van Roxy’s dochter doet extra haar best.
Roxy besluit dat het goed zou zijn om op vakantie te gaan met de oppas en secretaresse van haar overleden man. Er wordt tijdens de reis spanning opgebouwd, tot aan het einde de bom barst. Via flashbacks kom je dingen te weten over Roxy’s moeilijke jeugd en relatie met haar man.
Op een nacht, wanneer Roxy het gevoel heeft dat iedereen zich tegen haar heeft gekeerd, draait ze door. Ze doodt schapen en vraagt haar vader om haar op te komen halen uit Frankrijk. Wanneer haar vader arriveert, besluit Roxy om terug te gaan naar haar dochter. Het verhaal heeft een open einde.

Waar wij vooral naar hebben gekeken toen wij dit boeken gingen beoordelen, zijn de volgende criteria:
·      De opbouw van het verhaal
·      Het gebruik van spanning om de lezer te prikkelen
·      De diepgang van het verhaal en van de personages
·      De woordkeuze in het verhaal
·      De personages van het verhaal
·      De schrijfstijl van het boek
Deze hebben wij gekozen omdat wij vinden dat deze punten van belang zijn voor een goed en interessant boek. Hiernaast is het ook belangrijk dat niet steeds dezelfde woorden werden gebruikt en dat het verhaal goed te volgen is. Ook houden wij van een zekere mate van spanning, en die mag dus niet missen.

Roxy is een boek met een duidelijke opbouw en een prettige schrijfstijl. Esther Gerritsen laat veel open voor interpretatie, wat goed past bij het personage Roxy en dit boek. De droge dialogen en recht-toe-recht-aan woordkeuze zorgen ervoor dat het boek goed past bij de persoonlijkheid van Roxy, die vaak afstandelijk overkomt en de werkelijkheid liever niet onder ogen ziet.

Gerritsen heeft in Roxy gekozen om het gefocust te houden op de hoofdpersoon, waar je dan ook veel over te weten komt. Hoewel ze diep in gaat op de hoofdpersoon, laat ze sommige delen achterwege, zoals de aard van haar relatie met haar man. Zo blijft het verhaal dus gecentreerd rond één duidelijke hoofdpersoon, waardoor de lezer zich gemakkelijk kan inleven in die persoon.


Helaas is Roxy niet de winnaar van de Libris Literatuur Prijs 2015 geworden, het heeft wel een grote kans gemaakt en zat ook nog bij een van de laatste genomineerden. In veel van de positiviteit van het juryrapport konden wij ons compleet terug vinden, vooral ook in de gemengde gevoelens waar je na het boek mee achtergelaten zou worden zoals in het rapport beschreven staat.

Lof der Zotheid

Lof der zotheid

Zakelijke informatie
·      Titel:                          Lof der Zotheid
·      Auteur:                      Desiderius Erasmus
·      Uitgeverij:                 Willem Geillyaert, Emden
·      Jaar van uitgave:      1511
·      Aantal pagina’s:       137


In Lof der Zotheid roept Desiderius Erasmus aan tot hervorming van de kerk. Hoewel hij het boek zelf een niemendalletje vond, is het desondanks zijn meest succesvolle boek. In Lof der Zotheid vertelt Erasmus niet zo zeer een verhaal, maar spreekt hij via de dwaasheid zijn publiek aan en probeert hij hen aan te zetten tot hervorming van de kerk. Het is dus een eigenlijk een uitgerekt betoog, waarvan de inhoud uitgebreider wordt besproken op de volgende website: http://www.scholieren.com/boekverslag/48316 .

Voor de tijd waarin Erasmus leefde was deze vorm van satire en humor in Lof der Zotheid zeer gebruikelijk in die tijd, zo zegt ook Bas Heijne in NRC; http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/recensie/durf-niet-te-weten . Erasmus leefde van ongeveer 1467 tot 1536. In deze  tijd heeft hij veel gereisd, terwijl hij geld verdiende met zijn boeken en geld kreeg van bewonderaars. Erasmus heeft, nadat hij was ontsnapt aan een kloosterlijk leven, theologie gestudeerd en is het leven verder doorgegaan als schijvend humanist en geleerde. Ondanks zijn soms brutale uitspraken in Lof der Zotheid, nam hij geen standpunt in de werkelijke hervorming van de kerk onder leiding van Maarten Luther, maar daarover meer op http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/l/lof-der-zotheid/ .


Gedichten
1.         Het eerste gedicht dat ik heb gekozen is hieronder te lezen, en heeft volgens mij een sterke band met het boek. In dit gedicht wordt God beschreven als iemand naar wie je keert voor hulp en je zonden te vergeven, en iemand die je niet zou moeten zoeken in bijvoorbeeld beelden of andere kunstvormen. Dit houdt sterke connectie met de boodschap die Desiderius Erasmus probeert mee te geven aan zijn lezers in Lof der Zotheid.


Ik ben mijn zonde moe

Ik ben mijn zonde moe en mijn berouw,
ik ben mijzelve moede en ik ben
het zoeken moe naar God, die ik niet ken,
en die ik toch zo gaarne kennen zou.
Ik ben mijn zwakheid moe en mijn verdriet,
mijn arbeid en mijn hoop en mijn genot,
maar bovenal het zoeken naar mijn God! -
Ik ben het zoeken moede - maar God niet.
Hij ziet en kent mijn zonde en vergeeft
ze zeventig maal zeven maal en meer.
Hij wil niet, dat mijn ziele sterft maar leeft.
O, wonderbare goedheid van de Heer,
die naar zo moedeloos een ziel nog vraagt,
die alle dingen en ook mij verdraagt.

Jacqueline van der Waals
uit: Gebroken kleuren,
1939 Callenbach, Nijkerk


2.         Het tweede gedicht dat ik heb gekozen is sonnet 15 van William Shakespeare. In deze sonnet heeft Shakespeare vergelijkbare kritiek op mensen als Erasmus in Lof der Zotheid. Erasmus haalt hierin uit naar de samenleving en de verhoudingen hierin. Ook Shakespeare verwijt de mensheid ervan weg te kwijnen en in verval te raken.

Sonnet 15

Als ik bedenk hoe al wat groeit en leeft
Niet meer dan korte tijd volmaakt kan zijn;
Dat het toneel slechts schijn te bieden heeft,
Beïnvloed door de sterren in 't geheim;

Als ik de mensheid zie: een plant die groeit,
Die kiemt en kwijnt onder dezelfde zon;
Eerst vol van jeugdig sap, dan uitgebloeid,
Zodat geen mens haar schoonheid heugen kon;

Beseffend dat ooit alles sterven zal,
Zie ik jouw rijke jeugd nu voor me staan,
Terwijl de Tijd bekokstooft met Verval
In welke nacht jouw jeugd zal ondergaan.

Mijn liefde is in oorlog met de Tijd;
Ik dicht, terwijl hij alles openrijt.

William Shakespeare
Vertaling: Arie van der Krogt


3.         Mijn derde en laatste gedicht heb ik gekozen, omdat het juist het tegenovergestelde van Lof der Zotheid is. In Een Geschenk illustreert Toon Tellegen God als een persoon die aanspreekbaar en tastbaar is. Dit is juist waar Erasmus  tégen pleit, omdat hij vond dat in die tijd God te veel werd gezien als iemand waarmee je direct contact kon hebben via de kerk. De vergelijking mag zelf gemaakt worden met het gedicht.

Een geschenk

Ze trokken God aan zijn mouw:
'Dat geschenk van je,
de liefde,
wat was daar je bedoeling van?'
Het regende
en God verzonk in gepeins
(maar eerst rukte hij zich nog los,
hij hield niet van hun manieren)
en al peinzend
waadde hij door leven en door dood,
door waanzin en nalatigheid,
door waarheid en door angst,
zag hoe zij frunnikten aan elkaars jas
en daalde peinzend af
langs de smalle trap van hun rede-

'Ik heb het geweten,' mompelde hij. 'Ik heb het geweten.'

© Toon Tellegen,
uit Kruis en munt
Querido/Poetry International,
Amsterdam/Rotterdam 2000



Eigen sonnet

Ergens midden in de nacht
Drijft een volle boot op zee
Mensen waar niemand meer op wacht,
Ze varen hoopvol mee

Eenzaam, met heel veel anderen
Van een zwart verleden naar het licht
Biddend dat hun wereld zal veranderen
Alle hoop op ons gericht

Maar wie die leven in dat licht
Hebben geen zin om het te delen
Het is van ons, de deur gaat dicht
Wat kan ons die andere schelen

Wie zal er voor ons staan
Als HIER het licht is uitgegaan?



dinsdag 2 juni 2015

De Stille Kracht

De Stille Kracht

Zakelijke informatie:
·      Titel:                                      De Stille Kracht
·      Auteur:                                 Louis Couperus
·      Uitgeverij:                             L.J. Veen, Amsterdam
·      Jaar van uitgave:                 1900
·      Aantal pagina’s:                   206


In het boek De Stille Kracht beschrijft Louis Couperus het leven van resident Otto van Oudijck in Nederlands-Indië. Couperus heeft zelf in zijn jeugd een aantal jaren doorgebracht, toen hij met zijn ouders –John Couperus en Catharina Reynst- op 8 november 1872 (Louis was toen 9 jaar) vertrok naar Batavia. Couperus heeft toen 6 jaar in Nederlands-Indië gewoond alvorens terug te keren naar Den Haag. In zijn latere leven heeft Couperus ook nog veel gereisd, zowel door Europa als verder weg. Voor zijn werk als journalist en als plezierreiziger bezocht hij vaak het zuiden van Europa, maar ook delen van Azië en Afrika. Vlak voor de verschijning van De Stille Kracht, maar vermoedelijk had hij zijn boek toen al af, is Couperus voor korte tijd teruggekeerd naar Nederlands-Indië. Meer informatie over Couperus zijn reizen en verdere leven zijn te vinden op http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/19de/auteurs/lg19033.html . Louis Couperus baseerde De Stille kracht deels op zijn eigen jeugdherinneringen uit zijn tijd in Nederlands-Indië.  In deze recensie wordt gekeken naar het boek in het algemeen, als naar waarom dit boek wordt gerekende tot hogere literatuur uit de Nederlandse geschiedenis.

De Stille Kracht speelt zich in Nederlands-Indië af, voornamelijk in Laboewangi, waarvan Otto van Oudijck de resident is. In het verhaal zitten vele liefdesverhoudingen verweven, zowel echtelijk als onechtelijk. Deze ontwikkelen zich gedurende het verhaal, maar de belangrijkste ontwikkelingen zijn die in en rond het van Van Oudijck. Dit huis lijkt namelijk onder invloed van een Stille Kracht. Van Oudijck gelooft echter niet in waanzin als geesten en bovennatuurlijke krachten, en wuift daarom de verscheidene die hij krijgt weg. Uiteindelijk vertrekt langzaam maar zeker iedereen behalve Van Oudijck uit het huis, die aan het eind van het verhaal ok ergens anders woont. Een uitgebreide samenvatting, waarin ook de liefdesverhalen worden uitgewerkt is te lezen op http://www.scholieren.com/boek/171/de-stille-kracht/zekerwetengoed .

Qua stijl was het boek van Couperus moeilijk doorheen te komen. Hij gebruikt vaak lange zinnen en uitgebreide beschrijvingen van omgevingen en situaties. Hoewel dit typerend voor zijn schrijfstijl, en zeer normaal voor oudere boeken, is het in het begin heel erg wennen. Een voorbeeld hiervan is wanneer Couperus de gevolgen beschrijft van een gebeurtenis door toedoen van de stille kracht, die soms pagina’s in beslag nemen.

De Stille Kracht heeft een duidelijke achterliggende boodschap, zoals ook Joop van den Berg aangeeft in zijn recensie voor Trouw (http://www.trouw.nl/tr/nl/4512/Cultuur/article/detail/1755146/2004/05/15/Joop-van-den-Berg-herleest-De-stille-kracht.dhtml ). Die boodschap heeft Couperus wellicht in zijn jaren in Nederlands-Indië zelf heeft ervaren. Wat steeds terugkomt in het boek is de verschillen tussen de culturen. Telkens als Oerip (een werkster) Van Oudijck waarschuwt over de stille kracht in het huis wuift hij haar kortmondig weg. Waar Oerip –een inlander- sterk gelooft in hogere machten en krachten, zijn de meeste Nederlanders hierover zeer sceptisch. In het boek illustreert dit de grote culturele verschillend die er bestonden in Nederlands-Indië.
Met de vreemde gebeurtenissen zorgt Couperus voor vernieuwing in de literatuur. Er zijn maar weinig boeken die een cultureel verschil aantonen met behulp van bovennatuurlijke gebeurtenissen en een sterk fictief verhaal, al bevat het zeker non-fictieve elementen aangaande het leven in Nederlands-Indië.



Al met al is De Stille Kracht een zwaar boek om te lezen, maar heeft het zeker waarde voor de Nederlandse literatuur, omdat het een belangrijk onderwerp behandelt uit de Nederlandse geschiedenis en dit doet op een ongebruikelijke, maar rakende manier.