Het recensie-exemplaar dat
ik heb gelezen is Slaap zacht, Johnny
Idaho van Auke Hulst. De twee recensies die ik hierover heb opgezocht zijn
hieronder te vinden.
Daniëlle Serdijn in de Volkskrant
Slaap zacht, Johnny Idaho
Fictie
Vooral de informatietechnologie moet het
ontgelden in onheilsroman vol maatschappijkritiek
Onheilsroman vol maatschappijkritiek
Het duurt even voor duidelijk
is welke personages we zullen volgen en wat ze met elkaar te maken hebben, nog
langer duurt het voor duidelijk wordt in welke richting het verhaal zich
ontrolt. Zijn die hindernissen overwonnen, dan openbaart zich een geschiedenis
met een ernstige boodschap.
Slaap zacht, Johnny Idaho is de vierde roman van Auke Hulst (1975). Hulst debuteerde met een tragisch liefdesverhaal Jij, ik en alles daartussenin (2006). Een groter publiek wist hij te bereiken met het autobiografische Kinderen van het Ruige Land (2012), over vier verwaarloosde kinderen. Indrukwekkend weergegeven was de staat van totale verlatenheid waarin de vier verkeerden.
Slaap zacht, Johnny Idaho is de vierde roman van Auke Hulst (1975). Hulst debuteerde met een tragisch liefdesverhaal Jij, ik en alles daartussenin (2006). Een groter publiek wist hij te bereiken met het autobiografische Kinderen van het Ruige Land (2012), over vier verwaarloosde kinderen. Indrukwekkend weergegeven was de staat van totale verlatenheid waarin de vier verkeerden.
Parallel universum
In Slaap zacht, Johnny Idaho hangt een vergelijkbare sfeer; grimmig en desolaat als het decor in een computergame. Het verhaal dat zich afspeelt in een (toekomstig) parallel universum staat stampvol maatschappijkritiek. Vooral de informatietechnologie moet het ontgelden.
De Aziatische wetenschapsvrouw Hatsu is een van de drie personages. Voortdurend is zij bezig om techniek op een vanzelfsprekende wijze met het lichaam te verbinden. Ze draagt 'weblenzen', die haar direct toegang geven tot internet. Zij kan informatiestromen volgen, maar staat ook in contact met anderen, die precies kunnen zien wat zij uitspookt.
Alles wordt gezien, alles is openbaar. Van dataverbruik tot inloggeschiedenis, van woningbezit tot gevangenisstraf. En dan zijn er nog diverse controlerende organen. George Orwells Big Brother, waarnaar Hulst verwijst, heet hier 'het Oog'. 'Kunnen we hier praten? Is het schoon?', vraagt een van de personages als er delicate informatie moet worden uitgewisseld.
Gedachtenexercitie
Een ander prominent karakter is
Willem Gerson. Een machtige zakenman met een onbekend syndroom dat ervoor
zorgt dat zijn cellen afsterven. Zo komt hij bij Hatsu en haar collega
terecht. De experimentele geleerde Keiji stelt voor al Gersons cellen te
vervangen. Maar Gerson vraagt zich af: 'Hoe kun je jezelf nog zijn als je cel
voor cel vervangen wordt? Verdwijnt je... ziel niet?' Waarop Hatsu mompelt dat
'de ziel een illusie is' en Keiji meent dat leven een 'dynamisch systeem' is.
Leven, dood, identiteit en privacy, bepaald niet kinderachtig. Het is duidelijk dat Hulst groot wilde uitpakken, een breed gebaar wilde maken. Dat is gelukt, al is daarmee niet gezegd dat het lezen van Slaap zacht, Johnny Idaho voortdurend een aangename ervaring is.
De grote lijn van het verhaal ontvouwt zich moeizaam. Op microniveau verdringen de gebeurtenissen elkaar. Daarnaast schept een parallelle wereld behalve verwarring ook afstand. Hulsts kille karakters overbruggen die afstand nauwelijks, met als effect dat een lezer vooral toeschouwer is van een gedachtenexercitie.
Leven, dood, identiteit en privacy, bepaald niet kinderachtig. Het is duidelijk dat Hulst groot wilde uitpakken, een breed gebaar wilde maken. Dat is gelukt, al is daarmee niet gezegd dat het lezen van Slaap zacht, Johnny Idaho voortdurend een aangename ervaring is.
De grote lijn van het verhaal ontvouwt zich moeizaam. Op microniveau verdringen de gebeurtenissen elkaar. Daarnaast schept een parallelle wereld behalve verwarring ook afstand. Hulsts kille karakters overbruggen die afstand nauwelijks, met als effect dat een lezer vooral toeschouwer is van een gedachtenexercitie.
Apple Akbar
Als tegenhanger van Gerson en
Hatsu is er een derde afgezant, Johnny Idaho. Deze jongeman is een sombere
dromer, een eenling, een techneut. Hij leest in Melvilles Moby Dick, een
dinosaurus van een roman, iets wat zijn persoonlijkheid, z'n ambities en
dromen kleuring geeft. Een digitale identiteit heeft hij niet. Dat maakt hem
ontraceerbaar, een eigenschap waarmee hij in aanloop naar de apotheose zijn
voordeel zal doen.
Opvallend hoe gedetailleerd Hulst zich uitspreekt over actuele zaken. Over de dwingende schoonheidscultus, over de omgang met (hoogbejaarde) mensen die niet productief zijn, over de hiërarchie tussen machteloze en invloedrijke burgers, over de machtspositie van financiële instituten, over het opgeven van privacy - 'Apple Akbar!'- en over rampen die ons bedreigen. Er had zeker ook een essay ingezeten.
Hulst haakt aan bij de trend van de onheilsroman zoals eerder geschreven door Joost Vandecasteele, Daan Heerma van Voss en Christiaan Weijts. De aard van alle kritische noten is vergelijkbaar, evenals de uitkomst: een lofzang op de verbeelding.
Opvallend hoe gedetailleerd Hulst zich uitspreekt over actuele zaken. Over de dwingende schoonheidscultus, over de omgang met (hoogbejaarde) mensen die niet productief zijn, over de hiërarchie tussen machteloze en invloedrijke burgers, over de machtspositie van financiële instituten, over het opgeven van privacy - 'Apple Akbar!'- en over rampen die ons bedreigen. Er had zeker ook een essay ingezeten.
Hulst haakt aan bij de trend van de onheilsroman zoals eerder geschreven door Joost Vandecasteele, Daan Heerma van Voss en Christiaan Weijts. De aard van alle kritische noten is vergelijkbaar, evenals de uitkomst: een lofzang op de verbeelding.
Jeroen Vullings in Vrij Nederland
De futuristische nieuwe wereld van Auke
Hulst
https://www.vn.nl/de-futuristische-nieuwe-wereld-van-auke-hulst/
https://www.vn.nl/de-futuristische-nieuwe-wereld-van-auke-hulst/
De hoofdpersoon
in Auke Hulsts nieuwe roman is de wereld die Archipel heet. Dat heeft
gevolgen.
Hoe
vaak komt het voor dat een literaire roman een topografische kaart bevat van
de daarin uitgebeelde wereld? Dat zie je eerder bij fantasy, bij
schrijvers als Tolkien of George R.R. Martin (Game of Thrones) die hele
wereldrijken verzinnen waarin Goed en Kwaad elkaar naar de strot vliegen. Het
aardige is dat op de twee binnenflappen van Auke Hulsts nieuwe roman Slaap
zacht, Johnny Idaho een kaart prijkt die erg vertrouwd aandoet. Het heeft
bij een eerste, vluchtige blik veel van het stratenplan van Manhattan. Alleen
bestaat Hulsts kaart uit vier zones gescheiden door water. Tezamen vormen ze
een eilandenrijk in de Stille Zee, genaamd Archipel. Gemeten naar omvang is
‘Downside’ het grootst, daar huizen de sloebers, de minvermogenden – in bovenbazenjargon.
Het kleinste eiland heet ‘Midlevel’, daar woont de middenklasse. Dan is er nog
een groot eiland geheten ‘Upside’, voor de rijkaards. Een bijna geheel groen
eiland, met summiere wegen en gebouwen, is genaamd ‘Executive’, daar genieten
de superrijken van het goede leven.
Voor
de goede orde: deze inhoudelijke informatie staat niet op de kaart, die haal
ik uit Hulsts roman. Wel had ik een en ander kunnen opmaken uit de namen van
pleinen, parken en stations, die ondermeer vernoemd zijn naar Rothschild,
Zuckerberg, Milton Friedman, Friedrich Hayek, Pinochet en ónze lachgrage
Gerrit Zalm. De maatschappijkritiek giert je bij Hulst dus al tegemoet voordat
de eerste bladzij gelezen is. En ja, de Archipel is gesticht door een
conglomeraat van multinationals, die in de nabije toekomst waarin Slaap
zacht, Johnny Idaho speelt, meer de dienst uitmaken dan staten.
Een
geheel eigen wereld
Toch raakte ik vertederd door die kaart, omdat het iets jongensachtigs heeft om te fröbelen met oude kaarten en atlassen, om de wereld aldus te herscheppen naar eigen inzichten. Datzelfde kleeft de stukken aan die Auke Hulst (1975) in NRC Handelsblad schrijft; hij put daarin uit een geheel eigen wereld, (terecht) onbelemmerd door de vraag of iets dat hem fascineert high of low culture is – zijn Fundgrube is meestal Amerikaans. Met groot enthousiasme en kennis van zaken kan hij bijvoorbeeld over science fiction schrijven, een genre dat hem in zoekende jaren mede heeft gevormd.
Toch raakte ik vertederd door die kaart, omdat het iets jongensachtigs heeft om te fröbelen met oude kaarten en atlassen, om de wereld aldus te herscheppen naar eigen inzichten. Datzelfde kleeft de stukken aan die Auke Hulst (1975) in NRC Handelsblad schrijft; hij put daarin uit een geheel eigen wereld, (terecht) onbelemmerd door de vraag of iets dat hem fascineert high of low culture is – zijn Fundgrube is meestal Amerikaans. Met groot enthousiasme en kennis van zaken kan hij bijvoorbeeld over science fiction schrijven, een genre dat hem in zoekende jaren mede heeft gevormd.
Dezelfde
vertrouwdheid en vervreemding als bij de landkaart heeft de wereld die Hulst
in zijn roman afschildert. Het is een futuristische wereld, maar geen
onvoorstelbare. Goed, een van de drie hoofdpersonen draagt ‘weblenzen’ waarmee
ze digitaal toegang heeft tot gegevens, maar anderen ook tot haar. Het ‘Oog’
houdt bij Hulst iedereen in de gaten, zoals Big Brother dat deed in George
Orwells dystopie 1984. Zeker, er zit maatschappijkritiek in Hulsts
toekomstschets, vooral met betrekking tot de belangen van de ongebreideld
machtige megabedrijven, maar het geschetste toekomstbeeld bevat niet slechts
akelige kenmerken. Fascinatie wint het bij hem, en leidt tot een dubbelzinnig
portret van de nabije wereld van morgen. Waarom ook niet? Want hoe ver is zo’n
hulstiaanse vinding als ‘weblenzen’ verwijderd van onze tijd waarin
technologische vooruitgang de mogelijkheid tot privacy indamt? Denk maar aan
Google Glass. De wereld die Hulst optrekt is onmiskenbaar nieuw, maar toch
lees ik Slaap zacht, Johnny Idaho niet als pure science fiction.
Het is eerder een uitvergrote spiegel van technologische vernieuwing die zich
nu onafwendbaar aandient. En ook van de huidige popcultuur. Ergens hangt aan
een muur een poster van de bij adolescenten gevierde kindertekenfilm Despicable
Me, ik bedoel maar.
Slaap zacht, Johnny Idaho is een plotgedreven roman met drie
hoofdpersonen, voor wie Hulst veel ruimte heeft uitgetrokken. De titelheld
Johnny Idaho is een Amerikaanse tiener uit de Midwest, met Indiaans bloed.
Halverwege de roman komen we erachter dat hij een aanslag door Al-Qaida op een
gebouw in Denver heeft overleefd en wraakbehoefte drijft hem naar de Archipel.
Officieel is dit zwaar verliteratuurde manneke dat almaar citeert en literair
alludeert (Melville! Ahab!) niet meer in leven, want na de aanslag is hij
gewist uit de databases dezer wereld. Dan hebben we nog de doodzieke
Nederlandse CEO Willem Gerson, een vijftiger die de onderzoeksgroep van de
Japanse biomedica Hatsu Hamada (de derde hoofdpersoon) financiert. De
erotomane Hatsu moet een medicijn ontwikkelen tegen sterfelijkheid. Allemaal
leuk en aardig bedacht, maar de eigenlijke hoofdpersoon in Hulsts roman is de
wereld die Archipel heet. Dat heeft gevolgen.
Kunstige
metaforen
Hulst is zo bezig geweest met het ontwerpen, het firmament en de aankleding daarvan dat de hoofdpersonen ondergeschikt raakten aan de compositie, die Hulsts nieuwe wereld moet stutten. Zijn eerdere romans wekten niet de indruk ontstaan te zijn via een schema, zoals ook zijn eerdere personages niet voor de voeten werden gelopen met een plot. Maar ook de taal vormt hier een hindernis om je te laten meeslepen door zijn personages.
Hulst is zo bezig geweest met het ontwerpen, het firmament en de aankleding daarvan dat de hoofdpersonen ondergeschikt raakten aan de compositie, die Hulsts nieuwe wereld moet stutten. Zijn eerdere romans wekten niet de indruk ontstaan te zijn via een schema, zoals ook zijn eerdere personages niet voor de voeten werden gelopen met een plot. Maar ook de taal vormt hier een hindernis om je te laten meeslepen door zijn personages.
Maar
toch. Mijn ongemak met veel literatuur waarin de toekomst wordt geschetst is
dat de nadruk daarin op technologie en wetenschap nogal eens ten koste gaat
van de psychologie, waardoor de vraag rijst waarom gekozen is voor de
romanvorm en niet voor bijvoorbeeld een essay, waarin de ideeënrijkdom over de
toekomst nog beter kan flonkeren. Alleen aandacht voor de menselijke maat in
zo’n posthumane wereld rechtvaardigt de romanvorm. Hulst doet dat bij één
personage uitstekend, de Japanse Hatsu. De anderen steken bleek (Gerson) of
zelfs cerebraal (Johnny Idaho) bij haar af. Wat mij betreft had Hulst zijn
krachtige, menselijke, al te menselijke personage Hatsu een mandaat moeten geven.
Met alle ingrijpende gevolgen van dien voor de wereld waarin zij vertoeft,
voor de romancompositie, voor het schema – voor al die factoren die haar
literair vervoerende stem nu helaas zo beteugelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten